Experimenten
Michiel heeft tijdens een trainingsweekend op Workum, op verschillende dagen verschillende dingen gegeten. Hij merkte veel verschil in voedsel, ook al was dit ook afhankelijk van de wind. Op een dag met veel wind, heeft Michiel twee broodjes pindakaas gegeten en een schaaltje yoghurt. Dit was niet genoeg, Michiel hield het niet vol en heeft halverwege de training nog meer boterhammen gegeten. Hij heeft dit zelfde voedsel op een dag met weinig wind gegeten, op deze dag was dit voedsel wel genoeg. Tijdens een training met een stevig windje, heeft hij een bord macaroni gegeten, dit was zeker voldoende voor die dag. Het is namelijk zo bij zeilen dat je voedselpatroon erg afhangt van de wind, golven en de lengte van de race. Bij zeilen is het fysieke gedeelte namelijk het hangen (het zo recht mogelijk houden van de boot zodat deze zo hard mogelijk door het water gaat) erg belangrijk. Bij veel wind gebruik je dus veel energie en heb je dus veel koolhydraten nodig. Koolhydraten leveren snel en veel energie aan je spieren. Het beste voedsel voor een dag met harde wind is dus onder andere macaroni. Maar de koolhydraten die je voor die dag eet zijn er nooit genoeg om je de hele dag van energie te voorzien, je lichaam gaat dan over op glycogeen, door dit glycogeen kan je nog anderhalf uur doorsporten. Bij weinig wind is het minder intensief, maar je gaat minder hard dus je doet langer over de race dan bij harde wind. Je hebt dus niet veel koolhydraten nodig want je hoeft niet snel energie toegediend krijgen maar je moet je lange dag op het water volhouden. Vet is dan de ideale brandstof voor een langdurige dag op het water. Toch heeft vet een aantal nadelen. Een nadeel aan vet is dat de vetverbranding heel langzaam is, het energie halen uit vet duutr maar liefst twee keer zo lang als het energie uit koolhydraten halen. Wat wel heel erg voordelig is aan vet is dat het per gram enorm veel energie levert.
Lisa heeft tijdens haar volleybaltraining precies hetzelfde eten gegeten als Michiel (2 broodjes pindakaas en een schaaltje yoghurt). Lisa had op die dag een intensieve training van drie uur lang, maar integenstelling tot Michiel kon Lisa haar training nog wel volhouden, ze voelde zich wel wat slap worden aan het eind maar het ging net goed. Hiermee duiden wij aan dat er wel degelijk verschil zit tussen sporten, want de training van Lisa was niet veel korter dan die van Michiel en toch kon niet kon volhouden. Nicky doet ook aan volleybal. De training van Nicky was iets minder intensief dan die van Lisa, je ziet dus dat als je ook maar een klein beetje minder intensief traint dat je gelijk minder koolhydraten en andere voedingsstoffen in hoeft te nemen.
|
Nicky |
Lisa |
Michiel |
Wel volgehouden |
- Twee broodjes pindakaas - Schaaltje yoghurt |
- Twee broodjes pindakaas - Schaaltje yoghurt |
- Bord macaroni |
Niet volgehouden |
x |
x |
- Twee broodjes pindakaas - Schaaltje yoghurt |